Als sportarts ben je medisch specialist beweegzorg. Je hebt expertise en kennis van het effect van sporten en bewegen op de gezondheid en hebt toegevoegde waarde voor de kwaliteit van zorg voor chronisch zieken en iedereen die sport of beweegt. Je kan werken bij een sportgeneeskundige afdeling in een ziekenhuis, een sportmedisch centrum en bij een sportbond/club. In de praktijk zijn het vaak combinaties van deze dienstverbanden die het werk interessant maken. Sportartsen kunnen individuen, maar ook groepen begeleiden, van chronisch ziek tot topsporter. Je verricht bijvoorbeeld blessureconsulten of doet inspanningsdiagnostiek, waarbij advisering en preventie een grote component is. De vierjarige opleiding bestaat uit: sportgeneeskunde, orthopedie, cardiologie, longgeneeskunde, huisartsstage en wetenschappelijk onderzoek.
Overzicht
Hoe vergroot je de kans om in opleiding te komen?
ARTIKEL
Een sporter wil soms sneller dan mogelijk is weer op de been zijn
De volgende competenties zijn belangrijk in dit vak:
Grote affiniteit met sport en bewegen (gezonde leefstijl)
Communicatief sterk en goed in samenwerken, omdat je vaak werkt met andere specialisten, huisartsen en paramedici
Flexibiliteit is een pre
want als je (naast je werk in een sportmedische instelling/ziekenhuis) sporters op topniveau begeleidt, kan het zijn dat je veel moet reizen of dat er lastminute iemand gezien moet worden met een blessure
Daarnaast zijn er verschillende manieren om je te onderscheiden. Denk aan:
Werkervaring als ANIOS sportgeneeskunde, cardiologie, SEH, longgeneeskunde of orthopedie
Wetenschappelijke activiteiten (bijvoorbeeld promoveren)
Sportmedische begeleiding bij sportevenementen
Congressen, cursussen, wetenschappelijke avonden sportgeneeskunde
Een week uit het leven van een sportarts
Zo ziet de gemiddelde week van een sportarts eruit.