Ga naar hoofdinhoud
Regelen en registreren

Je bent een rund als je met je registratie stunt

Eindelijk heb je ’m: die felbegeerde bul waarop staat dat je basisarts bent. Maar om jezelf nu en in de toekomst ook daadwerkelijk arts te kunnen noemen, moet je je registratie als basisarts goed in de gaten houden.

Stel je voor: je komt aan bij het ziekenhuis, maar je bent niet meer welkom op de werkvloer. Je patiënten zijn afgebeld, je mag geen recepten meer uitschrijven en je contract wordt ontbonden. De reden: je opleider heeft een brief ontvangen dat je niet geregistreerd staat in het BIG-register als basisarts. En zonder BIG-registratie mag je het doktersvak niet uitoefenen en jezelf niet langer arts noemen.

Doemscenario

Voor ruim zestig aios werd dit scenario begin 2018 werkelijkheid. Zij stonden wel als aios geregistreerd bij de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS) van de KNMG, maar hadden zich niet als basisarts geherregistreerd bij het BIG-register. ‘Ook al ben je in opleiding tot geneeskundig specialist, je bént nog basisarts en dus moet je je als zodanig herregistreren’, benadrukt hoofd stafbureau Opleiding & Registratie Rudi van Reenen van de KNMG. ‘De BIG-registratie is nodig zodat artsen een beschermde beroeps­titel kunnen voeren en patiënten zeker weten dat hun arts bevoegd is.’

Dat het begin dit jaar kon misgaan, komt door een verandering in de regels. Op 1 januari 2018 liep – een jaar later dan gepland – voor het eerst de deadline voor herregistratie af. Van Reenen: ‘Sinds 2012 is het verplicht voor basisartsen – dus ook voor aios en promovendi – om zich elke vijf jaar actief te herregistreren.’ Doel hiervan is dat artsen aantonen dat ze voldoende werkervaring hebben op­­gedaan en bekwaam zijn om patiënten te behandelen. ‘De belangrijkste eis voor her­registratie is dat je in een periode van vijf jaar minimaal 2080 uur als arts hebt gewerkt. Dat komt neer op één dag per week. Als je werkt als anios of aios, is dat over het algemeen geen enkel probleem.’

Reizen en vrijwilligerswerk

Maar het loopt ook wel eens anders. ‘Stel dat je eerst een jaar wilt gaan reizen’, geeft Van Reenen als voorbeeld. ‘Dan kan het gunstiger zijn om je pas na dat jaar in te schrijven in het BIG-register. De herregistratie-eisen gaan dan een jaar later in. Maar wil je vrijwilligerswerk doen als basisarts in het buitenland, dan heb je wel een BIG-registratie nodig. Die werk­ervaring kun je dan ook weer bij je herregis­tratie opvoeren.’ Wel vraagt het BIG-register om meer documenten als je in het buitenland hebt gewerkt. ‘Zeker in landen buiten Europa is het soms best een uitdaging de juiste papieren te krijgen. Overleg voor vertrek met het BIG-register over welke documenten je precies nodig hebt.’ Overigens is die rompslomp niet altijd nodig, stelt Van Reenen gerust. ‘Ga je na dat ene jaar buitenland aan het werk in Nederland, dan haal je in die vier jaar die erop volgen vaak alsnog gemakkelijk de urennorm.’

Langdurige onderbreking

Lastiger wordt het voor wie in die vijf jaar langdurig ziek wordt of zijn loopbaan om een andere reden voor langere tijd moet onderbreken. Van Reenen: ‘Het BIG-register hanteert de regel dat als je een werkonder­breking hebt van langer dan twee jaar, de gewerkte uren in de periode daarvóór niet meetellen voor de herregistratie. Dus ga je twee jaar reizen, één jaar fulltime aan het werk en ben je daarna twee jaar ziek, dan haal je de herregistratie-eis niet en word je door­gehaald in het BIG-register. Heb je de mogelijkheid, probeer dan een langdurige werk­onderbreking te voorkomen’, adviseert Van Reenen. ‘De tweejaarstermijn is namelijk cruciaal voor de herregistratie.’

Promovendi nemen een aparte positie in, legt Van Reenen uit: ‘Als je een promotie­traject volgt en daarna in opleiding gaat, is er meestal niets aan de hand: net als in andere scenario’s kom je gemakkelijk aan de urennorm. Maar ga je aan het eind van je registratieperiode promotieonderzoek doen en ben je de laatste twee jaar niet aan het werk als arts, dan wil het BIG-register zeker weten dat je promotiewerkzaamheden aan patiëntenzorg “gelijk te stellen werkzaamheden” zijn. Het BIG-register kan dan vragen om extra bewijsstukken, zoals het onderwerp van je onderzoek of een brief van je opleider. Doe je een onderzoek dat verder afstaat van patiëntenzorg, neem dan geen risico en overleg vooraf met het BIG-register.’

En als het tóch niet lukt om op tijd te her­registreren? ‘Dan is er nog een achterdeur’, vertelt Van Reenen. ‘Je kunt een scholings­traject volgen aan de VUmc Academie. Dat bestaat uit drie toetsen waar steeds drie maanden tussen zitten. Als je die toetsen met goed gevolg aflegt, krijg je een certificaat. Daarmee kan het BIG-register je opnieuw voor vijf jaar registreren. Maar je bent dan dus een jaar verder, met een registratieloze periode. Dat moet je wel kunnen uitleggen aan een nieuwe werkgever.’

Reminder

Sinds kort is de procedure voor aiossen en profielartsen een stuk eenvoudiger gemaakt. Rudi van Reenen: ‘Dankzij afspraken die de RGS en KNMG hebben gemaakt met het ministerie van VWS en het BIG-register, krijgt het BIG-register nu inzage in het profielartsenregister en opleidingsregister van de RGS. Dat betekent dat aios en profielartsen geen omkijken hebben naar de administratieve bewijslast. Wel moeten zij zelf de herregistratie op tijd bij het BIG-register aanvragen en betalen. Mijn advies is dan ook: zet op de dag van je buluitreiking meteen een reminder in je agenda voor vier jaar en negen maanden later om je herregistratie als basisarts op tijd in orde te maken. Als het ineens voor de deur staat, ben je te laat.'

Regel je (her)registratie

• Schrijf je in het BIG-register in als je aan het werk wilt als basisarts, anios of aios.

• Denk eraan om je herregistratie op tijd aan te vragen – ook als aios.

• Houd je (buitenlandse) werkervaring bij met werkgeversverklaringen of loonstroken.

• Neem contact op met het BIG-register als je in het buitenland werkt, een promotietraject volgt of langdurig niet aan het werk bent.

• Check bigregister.nl en kijk aan welke eisen je in jouw situatie moet voldoen.

Dit artikel verscheen eerder op Arts in Spe.

Dit artikel delen?